Update Gebruik maken van werk van anderen in eigen werk

Hoofdstuk 4 - Gebruikmaken van het werk van anderen in het eigen werk
4.5 Gebruik in onderwijsmateriaal
4.7 Het recht van de geportretteerde
  • Linktekst
  • 4.5 Gebruik in onderwijsmateriaal

    In paragraaf 4.5.b over wat een kort gedeelte of een kort werk is dat zonder toestemming mag worden overgenomen in een onderwijspublicatie en in paragraaf 4.5.c over de hoogte van de billijke vergoeding die daarvoor is verschuldigd, wordt de “Regeling Bloemlezingen” besproken. De basis van deze afspraken tussen uitgevers van literaire en educatieve werken en de organisatie van schrijvers dateert van 1917 en deze regeling is met aanpassingen aan de hedendaagse praktijk nog steeds functioneel.
    De educatieve uitgevers die lid zijn van de bij de Mediafederatie aangesloten brancheorganisatie voor aanbieders van Media voor Educatie, Vak en Wetenschap (MEVW), de Groep Algemene Uitgevers (GAU) en de Auteursbond hebben in de zomer van 2022 de Bloemlezingsregeling geactualiseerd. De aangepaste regeling vindt u hier.

    4.7 Het recht van de geportretteerde

    In paragraaf 4.7.a wordt de jurisprudentie besproken over het gebruik maken van een lookalike van Max Verstappen in een bedrijfsreclame van Picnic met een knipoog naar de commercial van Jumbo waarin de coureur te zien is. De rechtbank vond het een schending van het portretrecht van Max Verstappen, maar het hof vond het in hoger beroep een parodie waarin duidelijk is dat het niet om die persoon zelf gaat, zodat het beroep op portretrecht niet op zou gaan. Deze zaak wordt echter nog voortgezet omdat in cassatie de Hoge Raad van mening is dat de omstandigheid dat voor de aanschouwer duidelijk is dat de lookalike niet degene is op wie hij lijkt, er niet aan in de weg staat dat sprake kan zijn van een portret. Het karakter van de afbeelding, bijvoorbeeld een parodie, is niet van belang voor de beantwoording van de vraag of sprake is van een portret. Dat karakter kan wel een rol spelen in de door art. 21 Auteurswet voorgeschreven belangenafweging of een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen openbaarmaking van het portret verzet (ECLI:NL:HR:2022:621). Het hof moet dus zijn werk overdoen en alsnog de afweging gaan maken tussen het belang van de geportretteerde bij commercieel gebruik van zijn portret en de uitzondering voor het mogen maken van een parodie. Wordt dus vervolgd. 
    © Auteursrecht 2020