Status
De Wet auteurscontractenrecht, opgenomen in de Auteurswet en in de Wet op de naburige rechten in 2015, beoogt makers en uitvoerende kunstenaars te beschermen, wanneer zij over de exploitatie afspraken maken met exploitanten. De wet is in 2020 geëvalueerd. De uitkomst van het onderzoek is aan de Tweede Kamer gestuurd met een appreciatie door de toenmalige bewindspersonen. Geheel in lijn met de uitkomst van die evaluatie en de appreciatie worden in het wetsvoorstel tot wijziging van het auteurscontractenrecht enkele wijzigingen in de Auteurswet en in de Wet op de naburige rechten voorgesteld die de bescherming van makers en uitvoerende kunstenaars ten opzichte van de exploitanten van hun creatieve prestaties verder aanscherpen en verbreden zodat makers en uitvoerende kunstenaars beter kunnen meedelen in de opbrengst van de exploitatie van hun beschermde werken en prestaties of hun rechten kunnen herkrijgen indien er niet of onvoldoende wordt geëxploiteerd. De wijzigingen zijn al voorzien in de gids op basis van de aanbevelingen uit het in 2020 uitgebrachte evaluatierapport van de onderzoekers van het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam en van de Universiteit Leiden. In 2022 heeft een internetconsultatie plaatsgevonden over een concept wetsvoorstel. De behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede en Eerste Kamer zal naar verwachting in 2023 plaats vinden. De aangenomen wijzigingen zouden dan in 2024 in werking kunnen treden.
Overzicht voorgestelde aanpassingen
De akte
Het conceptwetsvoorstel bevat een aantal wetstechnische verbeteringen. Zo blijven voor overdracht van rechten de strengere eisen verbonden aan een “akte” van kracht, terwijl voor de exclusieve licentie schriftelijk bewijs voldoende is, bijvoorbeeld blijkend uit emailcorrespondentie. Dat zal voor de praktijk wel betekenen dat, nu er een verschil van uitleg ontstaat tussen een akte en een schriftelijke overeenkomst, bij een geschil waarschijnlijk strenger zal worden gekeken naar het document dat een overdracht regelt. Daaruit moet duidelijk blijken dat er sprake is van wilsovereenstemming omtrent de overdracht van rechten, waarbij de maker het aanbod met een rechtsgeldige, al dan niet digitale handtekening, aanvaardt. Uit de gids blijkt dat dit al de norm voor overdracht was, maar in de praktijk wordt daar nogal eens lichtvaardig mee omgegaan. Door het onderscheid tussen akte en schriftelijke overeenkomst komt de exploitant daarmee waarschijnlijk niet meer zo makkelijk weg. Mogelijk dat een rechter – als aan de voorwaarden van een akte niet is voldaan – uit de wel beschikbare documentatie nog een exclusieve licentie kan afleiden, maar partijen doen er natuurlijk beter aan zorgvuldig met contracten om te gaan om geschillen te voorkomen. Let wel, op grond van de huidige wet is voor de exclusieve licentie nog een akte voorgeschreven. Afgewacht moet worden of bij een geschil over de status van een exclusieve licentie of overdracht reeds geanticipeerd wordt op de voorgenomen aanpassing.
Opzeggen bij non usus
Voor het beëindigen van een exploitatiecontract vanwege onvoldoende exploitatie (“non usus”) wordt voorgesteld de “ontbinding” te vervangen door “opzegging”. Door de maker de wettelijke bevoegdheid te geven om in geval van non usus de overeenkomst op te zeggen, kan er geen misverstand meer over ontstaan dat non usus een voldoende zwaarwegende grond is voor beëindiging van de exploitatieovereenkomst.
Honorarium en vergoeding en de Geschillencommissie auteurscontractenrecht
Het conceptwetsvoorstel beoogt ook partijen te stimuleren:
a. om een duidelijk onderscheid te maken tussen het honorarium voor de exploitatiebevoegdheid en de vergoeding voor verrichte werkzaamheden, zodat de maker de billijkheid van het honorarium beter kan beoordelen en
b. om gebruik te maken van alternatieve geschillenbeslechting via de Geschillencommissie auteurscontractenrecht.
Video on demand
Maar het belangrijkste en meest ingewikkelde vraagstuk dat de wetgever met deze wetswijziging wil oplossen is het realiseren van een werkbare collectieve vergoedingsregeling voor alle filmmakers voor het ter beschikking stellen van filmwerken door middel van video on demand. Daar is nog veel discussie over.
Het concept wetsvoorstel en alle reacties tijdens de internetconsultatie vind je
hier.